Sunday, April 30, 2006

Ecologische architectuur















Bestaat er zoiets als ecologische architectuur?
Volgens Louis G. Le Roy wel. Dit weekend mocht ik in alle rust zijn levenswerk aanschouwen in Mildam, een dorpje op steenworp afstand van Heerenveen. Eerder al, in 1973 werd ik geïnspireerd door zijn theorie over biodiversiteit in onze leefomgeving. Ik pak nog even zijn boek van de plank: Natuur uitschakelen, natuur inschakelen. Een pleidooi om de wildgroei in de natuur zijn gang te laten gaan. Daar waar plantjes zich spontaan tussen puiresten nestelen, tussen spleten en in holtes. Een microwereld die meestal door onze gecultiveerde gedachte over de natuur abrupt en doelmatig wordt verwijderd middels nietsontziende chemicaliën. Wie ooit in Bali is geweest en op afgelegen plekken de mooiste tempels heeft gezien, moet toch opgevallen zijn dat de patina op die bouwwerken, gevormd door mossen, afgewisseld met varenachtige plantjes en minuscule bloempjes, juist die romantische charme bewerkstelligen. Le Roy heeft dat ook goed begrepen en in zijn tuin heeft hij met puinresten, ruïneachtige, lijkend op Mayaresten gecreëerd. Zonder specie zijn straatstenen, stoeptegels en andere steenachtige restmaterialen gestapeld. Samen vormen ze een soort labyrint waartussen bomen en andere vegetatie zijn gang gaat. Hij noemt dit de “ecokathedraal”, en als je langere tijd hier ronddwaalt, alleen het geluid van vogels en insecten, het ruisen van de bomen om je heen, voel je iets paradijselijks.
Misschien moet ik niet doorvertellen waar het is vanwege het anwb-effect.
Als je het per se wilt weten zoek het dan maar.
Eén ding is zeker, voor mij is het kunst, misschien meer als architectuur, maar what is in a name….