Tuesday, January 24, 2012

Boosheid

Er zijn van die momenten dat je niet weet waar het om gaat. Je bent geïrriteerd, je wind je op en je valt over de kleinste futiliteiten. Gefrustreerd loop je rond te banjeren, niemand in je buurt is voor je veilig. Als er al iemand in je directe omgeving aanwezig is anders richt je al die negativiteit op jezelf. “heb je slecht geslapen?” vraagt je partner. “nee, dat niet, maar ik had weer zo’n vervelende droom” “het ging toch weer eens niet over je werk?” En ja hoor, ze slaat de spijker op zijn kop. Mijn werk, wat ik sinds enkele maanden achter me heb gelaten. Het lesgeven, wat ik bijna veertig jaar heb gedaan. Die school met al zijn leerlingen en collega’s. Wat een bak met energie was dat. Al die verschillende geesten, die alsmaar dachten, communiceerden, deel waren van jouw brein. Als je er bij nadenkt, en je zou de vibraties in zo’n gemeenschap meten, dan zou dat een woeste oceaan zijn. Al die verschillende individuen die zeggen dat ze er zijn. Natuurlijk heb je niet met iedereen contact, maar neem nu een situatie waarin je voor de klas staat. Al de ogen zijn op jou gericht. Je hoeft dan geen orakel te zijn, maar jouw mening is op dat moment van belang. Wat jij gaat meedelen wordt genoteerd, daarover wordt nagedacht. Vaak is zo’n wijze van lesgeven dan ook echt een soort van vruchtenpers. Je draait en duwt, de machine wringt zich onder je handen rond en na een dag van dergelijke inspanning heb je zelf nieuwe voeding nodig. De dynamiek van het overbrengen van leerstof, het genereren van leerprocessen, het zijn activiteiten die maken dat je wel op je top moet functioneren. Het geeft uiteraard voldoening als je gehoord wordt. Nog eer als ze met slimme vragen komen en je weet ze te beantwoorden. Als docent ben je altijd op zoek naar die dialoog met inhoudelijke aspecten, die weergeeft dat er geleerd wordt. Nu ik die hele machinerie achter me gelaten heb, is de reflectie die overblijft. Flarden van lessituaties spelen vaak door mijn hoofd. Daarbij spelen ook kritische kanttekeningen een belangrijke rol. Want zo ben je nu eenmaal, het kan altijd anders of beter. “en daar droom jij nu over?” Ik realiseer me dat het begon met het berichtte dromen over CKV, dat schaffen ze af, las ik in de krant. Gewoon een streep er door heen, net zoals bij literatuur, alsof je ideeën zomaar in ene naar de kloten kunt helpen. Een zoveelste bewijs dat we massaal afglijden naar een collectieve vervlakking, die van het kapitalistische consumentisme. “nou, soms neigt het wel meer naar een nachtmerrie, één grote boze droom aan de rand van die donkere afgrond.” Ik kijk haar aan “Misschien moet ik toch maar weer eens gaan schilderen."

0 Comments:

Post a Comment

<< Home